Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Petra Stassen
Dossiers » Bisschop

Bisschop

Een bisschop is een priester die, benoemd door de Paus en door wijding, een kerkelijk ambt bekleedt. In het kerkelijk recht is het bisdom - en niet de parochie – de plaatselijke kerk. Het kerkelijk recht kent diocesane bisschoppen (aangesteld als beheerder van een bisdom, diocees), titulaire bisschoppen en hulpbisschoppen. De RK Kerk bestaat uit bisdommen. Aan het hoofd van de RK Kerk staat de Paus en aan het hoofd van bisdommen staan door hem benoemde bisschoppen. Een diocesaan bisschop is eindverantwoordelijk voor het beleid in zijn bisdom. Dit betreft zowel de inhoud, het pastorale beleid, als de vormgeving, het juridisch-bestuurlijke deel, inclusief het vermogensrechtelijke. Bovendien kan hij parochies oprichten, veranderen en opheffen. De bisschop heeft als zelfstandig bestuursorgaan van de plaatselijke kerk een aantal bijzondere bevoegdheden ten aanzien van door hem te benoemen personen en de publieke kerkelijke rechtspersonen in zijn bisdom. De bekendste publieke kerkelijke rechtspersonen zijn de parochie en de caritasinstelling. De bisschop wordt in zijn werk ondersteund door andere bestuurlijke amtsdragers, die hun eigen bevoegdheid hebben, zoals een Vicaris Generaal en bisschoppelijke vicarissen, een algemeen econoom en door een aantal adviesorganen.

Benoeming personen
Toezicht
Wetgeving
Goedkeuring jaarstukken
Ontslag bestuur(der)
Bezwaar
 
Benoeming personen

De bisschop benoemt de priesters, diakens en pastoraal werkers in zijn bisdom, en de bestuurders van de parochie en van de caritasinstelling. De bisschop kan aan een vicaris(generaal) volmacht geven om in zijn naam personen te benoemen. De lekenbestuurders en de pastorale beroepskrachten vervullen hun taken zelfstandig, en in goed overleg met de bisschop. Loyaliteit aan het bisdombeleid wordt verondersteld, bestuurders leggen verantwoording af aan de bisschop. Zij zijn dus niet door de parochianen aangesteld, zoals bijvoorbeeld in het verenigingsmodel naar Nederlands recht wel het geval is. Uiteraard werken zij wel met, voor en ten behoeve van de parochianen.
 
Toezicht

De bevoegdheden die de bisschop heeft in verband met parochies en caritasinstellingen zijn een vorm van toezicht. Dit betekent dat de bisschop niet rechtstreeks handelingen van de parochie of de caritasinstelling kan verrichten, daarvoor is het bestuur van de instelling aangesteld. Dit bestuur kan in een aantal gevallen echter niet handelen zonder de schriftelijke en voorafgaande goedkeuring van de bisschop. Het toezicht dat de bisschop uitoefent kan onderverdeeld worden in preventief en in repressief toezicht. Het is bedoeld om de belangen van de parochie, de caritasinstelling en het bisdom zo goed mogelijk te dienen. Er is sprake van een deskundige en zorgvuldige toets, die voor de parochie of de caritasinstelling ook een waarborg betekent dat de voorgenomen handelingen juist zijn, zowel naar inhoud als naar vormgeving.
 
Wetgeving

Om bestuurlijke processen zorgvuldig te laten verlopen én een juiste afstemming te hebben van de daarbij betrokken organen vaardigt de bisschop regelgeving uit over de wijze waarop een parochie of caritasinstelling wordt bestuurd. Deze regelgeving wordt in Nederland door de bisschoppen gezamenlijk vastgesteld, in de vorm van Algemene Reglementen. Deze reglementen zijn voor de parochie en de caritasinstelling zelf van belang voor hun interne huishouding, de wijze waarop men met elkaar samen werkt, de verdeling van taken en bevoegdheden enzovoorts.
 
Goedkeuring jaarstukken
 
In de begroting wordt het beleid van een organisatie vertaald naar financiële middelen en de mogelijkheden om dat beleid uit te voeren. Het op- en vaststellen van een begroting is daarom een van de belangrijkste taken van het bestuur van een parochie of caritasinstelling. De begroting moet goedgekeurd worden door de bisschop (artikel 55 en 20). Een door de bisschop goedgekeurde begroting geldt als grondslag voor de uitgaven in het komende jaar. Alles dat binnen de begroting valt – zowel kwantitatief als kwalitatief – kan door het bestuur worden uitgevoerd. De meeste bisdommen hanteren modellen voor het opstellen van begrotingen.
Voor kerkgenootschappen gelden niet de regels inzake rekening en verantwoording zoals die in het Burgerlijk Wetboek en aanverwante regelingen staan. Parochies en caritasinstellingen leggen rekening en verantwoording af aan de bisschop (artikelen 56 en 21 lid 1). Dit dient te gebeuren op een door het bisdom voorgeschreven wijze. De bisschoppelijke goedkeuring van de jaarrekening dechargeert het bestuur over het afgelopen boekjaar.
 
Ontslag bestuur(der)

De bisschop heeft ook een aantal repressieve bevoegdheden. In de eerste plaats kan hij besluiten die in strijd zijn met het kerkelijk recht of met het algemeen belang van de parochie(s), de caritasinstelling of het bisdom vernietigen (artikel 35.2 resp. 11). Daarnaast kan hij de door hem benoemde bestuurder(s) ontslaan of het gehele bestuur ontbinden (artikel 30.2 resp. 7.2). Dit kan de bisschop nadat overleg heeft plaats gevonden met het bestuur en een volledig onderzoek van de feiten heeft plaats gehad, waarbij de betrokkenen zijn gehoord.
 
Bezwaar

Beslissingen moeten uiteindelijk genomen worden en dit komt aan de bisschop toe, die zijn besluiten schriftelijk vastlegt en motiveert. Tegen besluiten van de bisschop kan men bezwaar maken, en eventueel in beroep gaan.