Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Alexis Szejnoga
Dossiers » Avicenna » introductie » Avicenna

Avicenna




Biografie

AvicennaIbn Sina, of Avicenna zoals hij in het Latijnse Westen bekend zou worden, werd rond 980 na Christus geboren in Afshana, in het Perzische rijk onder de Samaniden. Er is niet met zekerheid te zeggen of hij tot de soennitische of sjiitische Islam behoorde; misschien was hij zelfs een aanhanger van de mystieke stroming binnen de Islam die bekend staat als soefisme. In zijn jonge jeugd liet Avicenna al zien dat hij over grote intellectuele gaven beschikte: volgens een biografie geschreven door een van zijn leerlingen, kende hij op zeer jonge leeftijd de Koran al uit zijn hoofd. Ook las hij in zijn tienertijd al werken van Aristoteles. Volgens zijn biografie heeft hij de Metafysica meerdere malen gelezen, zonder de inhoud volledig te snappen; pas nadat hij een commentaar van de islamitische theoloog en filosoof al-Farabi had gelezen, werd de inhoud van de Metafysica hem geheel duidelijk. Op zestienjarige leeftijd begon Avicenna zijn studie van de geneeskunde. Hij blonk uit op dit vakgebied en werd een succesvolle dokter.

Avicenni heft het overgrote deel van zijn volwassen leeftijd doorgebracht als geneesheer in dienst van politieke en religieuze leiders. Zijn eerste aanstelling was aan het hof van de Samaniden, dat hem in ruil voor zijn diensten toegang tot hun collectie wetenschappelijke geschriften verschafte. Tijdens deze eerste aanstelling begon Avicenna al met het schrijven van zijn eigen werk. Toen de Samanidische dynastie ten val kwam, migreerde Avicenna naar het tegenwoordige Turkmenistan, waar hij in dienst werd genomen door de plaatselijke vizier. Hij voelde zich hier echter niet op zijn plaats en hij zwierf door het Perzische rijk totdat hij zich uiteindelijk vestigde in Gorgan, aan de Kaspische zee. Hier werd hij voorzien in zijn huisvesting door een vriend en hij verbleef enkele jaren in het huis dat speciaal voor hem gekocht was. Daarna vestigde hij zich voor langere tijd in Rai, waar hij veel tijd aan het schrijven besteedde. Uit deze periode zijn meer dan dertig van zijn geschriften bewaard gebleven. Hierna vestigde hij zich in Hamadan, waar hij in dienst trad van de emir. Avicenna bleef echter altijd op zoek naar andere werkgevers, en na verloop van tijd kwam hij in contact met de prefect van Isfahan die hem verzocht bij hem in dienst te treden. Echter, de emir wilde Avicenna niet laten gaan en gaf hem huisarrest. Uiteindelijk wist Avicenna te ontsnappen naar Hamadan, waar hij gastvrij werd ontvangen. Hij zou de laatste jaren van zijn leven in dienst van Abu Ya’far doorbrengen. Toen hij de prefect vergezelde tijdens een militaire campagne, werd hij door ziekte bevangen. Hij stierf in 1037, op achtenvijftigjarige leeftijd, en werd begraven in Hamadan (in het huidige Iran).

Belang voor het christendom

Avicenna’s filosofie is ven enorme invloed geweest op de scholastieke theologie van het Latijnse Westen. Vooral Thomas van Aquino was zeer bekend met, en beïnvloed door, de werken van Avicenna. De receptie van diens filosofie is zeer herkenbaar in de standaardwerken van Thomas, zoals De ente et essentia en Summa theologiae. De aandacht voor het gedachtegoed van Avicenna werd op gang gebracht door de commentaren op de werken van Aristoteles die de Perzische filosoof schreef. Hierin voegde hij elementen toe aan de filosofie van Aristoteles die afkomstig waren uit de Islamitische theologie, die ook wel kalaam genoemd wordt. Als voorbeeld van een dergelijke toevoeging kan de relatie tussen wezen en de essentie dienen. Aristoteles beschrijft in zijn Metafysica als het ware twee soorten zijnden: die waarvan de essentie zowel vorm als materie omvat, en zijnden waarvan de essentie slechts vorm omvat. Voor Aristoteles behoren de Goden tot het soort zijnden die zonder materiële component bestaan. Voor Avicenna is dit uiteraard problematisch, omdat God niet in dit schema is op te nemen. Hij voegt een derde categorie toe: zijnden waarvan bestaan en natuur samenvallen. Logischerwijs kan er slechts één instantie van een dergelijk zijnde bestaan, en dit is God. Hiermee wordt het schema van Aristoteles aangepast om ruimte te bieden aan scheppingstheologie; de eerste categorie omvat de Schepper, de tweede en derde categorie omvat de materiële en geestelijke schepselen (engelen en de menselijke ziel). Thomas neemt deze toevoeging bij de filosofie van Aristoteles over om zijn eigen scheppingstheologie op juiste wijze ontologisch te funderen.

Bibliografie

Het leven van Ibn Sina [autobiografie]
Opmerkingen en terechtwijzingen
Canon van de geneeskunde
Essay over het geheim van het lot
Het boek van wetenschappelijke kennis
Het boek van het genezen
Het boek van redding
De natuurlijke wijsgeer
Over de wetenschap van de polsslag
Fonteinen der wijsheid



Bron: Tilburg School of Catholic Theology