Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Karin Leeuwenhoek
Dossiers » Franciscus van Assisi » audio- en videofragmenten » ‘Zonnelied’ of ‘Het Loflied op de Schepselen’

‘Zonnelied’ of ‘Het Loflied op de Schepselen’

‘Zonnelied’ of ‘Het Loflied op de Schepselen’, tekst van Fransiscus van Assisi, gezongen door Angelo Branduardi
Het ‘Zonnelied’ of ‘Loflied op de Schepselen’ is een beroemde tekst van Fransiscus van Assisi (1181/82-1226), de stichter van de franciscanenorde die bekend staat om zijn eerbied voor de schepping. Volgens legenden zou hij zelfs met dieren hebben kunnen spreken. Zijn sterfdag wordt wereldwijd herdacht in de vorm van Werelddierendag, op 4 oktober. 
 
De versie van het Loflied die hier te beluisteren is, is op muziek gezet en gezongen door de Italiaanse popzanger Angelo Branduardi. Het maakt deel uit van de Lauda, een muziek- en dansspektakel waarin het leven van de Heilige Franciscus wordt verbeeld. De Lauda is in het Italiaans, Frans en Duits uitgevoerd, maar het ‘Loflied op de Schepselen’ (‘Cantico delle Creature’) is door Angelo Branduardi ook in het Nederlands uitgevoerd. 
 
Daarbij zien we beelden van (winter)landschappen, bloemen, water, religieuze beelden (kaarsen, glas-in-lood-raam en andere details uit de St. Pieter) en – waar het gaat over de lijfelijke dood – beelden van Pompei.
 
De tekst van dit lied is als volgt:
 
Enkel U komt toe, o Heer, alle glorie, alle eer.
Goede Vader, wees gezegend en geloofd.
Enkel U wordt niet te licht het allergrootste toegedicht
en wij buigen voor U nederig het hoofd.
Wees geprezen, goede Heer, en uw schepping evenzeer.
Zuster Zon haar licht en helend-warme stralen.
‘t Is een wonder, wis en waar, dat U ons verlicht door haar,
moge zij uw goedheid naar ons toe vertalen.
Wees geloofd voor Zuster Maan en de sterren die er staan
en de nacht hun klaar en helder schijnsel geven.
Wees geloofd voor Broeder Wind, die in wolken regen vindt
en verspreidt opdat uw schepping moge leven.
Wes geprezen, goede Vader, voor het koele reine water,
Dat ons laaft en wast en droogte doet verdwijnen.
Wees geloofd ook voor het vuur, dat ons warmt in ‘t late uur
En zijn vreugde en zijn kracht op ons laat schijnen.
Wees geprezen, o mijn Hoeder, voor de Aarde onze moeder,
die ons koestert en ons dierbaar leven geeft,
vruchten vol van smaak en geuren, bloemen weelderig van kleuren
en de bomen en het gras en al wat leeft.
Wees geloofd voor hen die leven in uw liefde en vergeven,
ook als onrecht en ellende hen dan honen,
en gezegend ook diegenen, die door vrede te verlenen,
zich voor U, o Vader, mogen laten kronen.
Wees geprezen, o mijn Heer, voor ons lichaam broos en teer,
dat de Dood van ‘t leven zomaar kan bestelen,
want gezegend zijn ook dezen, die de Dood niet moeten vrezen,
omdat zij voor altijd in uw liefde delen. 
 
De lofzang begint met de maan en de zon en daalt via de elementen trapsgewijs af naar de aarde, ‘onze moeder’, met haar vruchten, bloemen, bomen, gras en al wat leeft, en waar ook de mens zijn plaats heeft. 
 
De maan, zon en de elementen worden aangesproken als 'broeder' en 'zuster', en ‘zuster aarde’ ook als ‘moeder’. Hiermee plaatst Franciscus al wat leeft in een warme, innige band met aarde, elementen, zon en maan, en vooral met God, de Schepper van dat alles. 
 
De mens wordt in dit loflied gekwalificeerd als een mens die bescheiden zijn plaats weet binnen het grote, prachtige geheel der dingen, zich verbonden voelt met zijn Schepper die hem in al wat Hij geschapen heeft zo oneindig dichtbij is, en gelooft in de vergeving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven (conform de laatste frasen uit de geloofsbelijdenis). 


Bron: Tilburg School of Catholic Theology
Externe link: Beluister/bekijk