Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Alexis Szejnoga
Dossiers » Koningen, de boeken » niet-wetenschappelijke artikelen » Evert van den Berg, Salomo en Joas in priesterlijk perspectief

Evert van den Berg, Salomo en Joas in priesterlijk perspectief

Evert van den Berg, Salomo en Joas in priesterlijk perspectief, in: Interpretatie 19,4 (2011), p. 26-28.


Samenvatting
In het testament dat David zijn zoon en opvolger Salomo in 1 Koningen 2:1-3 meegeeft, treffen we de uitdrukking ‘in acht nemen wat in acht genomen moet worden’ aan. Deze zinswending komt negentien keer in de Hebreeuwse Bijbel voor en blijkt bij nader onderzoek steeds een sacrale inhoud te hebben. Zo moet Salomo in acht nemen wat van God in acht genomen moet worden.
Een tegenvoorbeeld lijkt het voorkomen in de troonsbestijginggeschiedenis van Joas in 2 Koningen 11:6 en 7, waar ze inhoudt dat soldaten de wacht moeten houden bij het paleis en de tempel. Het betrokken hoofdstuk is echter van priesterlijke oorsprong en is later in het deuteronomistisch geschiedwerk ingevoegd. Zo staat de jonge koning ‘volgens de regel’, weer een priesterlijke uitdrukking, bij de zuil en ontvangt hij de ‘getuigenis’, naar alle waarschijnlijkheid een priesterlijke aanduiding voor een Torarol. Mede daardoor heeft deze troonsbestijging het karakter van een liturgische plechtigheid.

Zowel Salomo als Joas krijgt dus een gewijde opdracht. Salomo moet de Tora in acht nemen, Joas ontvangt een kopie daarvan, naar aangenomen mag worden als richtlijn voor zijn regering. Daardoor krijgt beider regering een sacraal stempel.



Bron: Interpretatie, met dank aan Nico Riemersma.