Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Alexis Szejnoga
Dossiers » Rijk Gods » introductie » Rijk Gods

Rijk Gods



Rijk GodsHet Rijk Gods (ook wel het koninkrijk van God of het koninkrijk der hemelen genoemd) is een theologisch concept dat zowel in het Jodendom als het christendom van belang is. Het duidt op de eschatologische belofte dat God direct over de wereld zal regeren in plaats van de wereldlijke machten. Het Rijk Gods is een belangrijke element van de verkondiging van Jezus Christus, vooral zoals deze beschreven is in de zogenaamde synoptische evangeliën (namelijk die volgens Matteüs, Marcus en Lucas). Christus onderwees dat het Rijk Gods ophanden was en dat het gedeeltelijk al gerealiseerd werd in Zijn optreden, bijvoorbeeld wanneer Hij de zieken genas of onreine geesten uitdreef. Wanneer de leer omtrent het Rijk Gods centraal wordt gesteld, en gewezen wordt op een ethische praxis die verband houdt de belofte van het Rijk Gods en de in geringe mate al geactualiseerde status van dat koninkrijk, spreken we van regnocentrisme (van het Latijnse regnum dat ‘koninkrijk’ betekent). Het Rijk Gods kan getypeerd worden als de eindbestemming van het volk Gods onderweg. Soms wordt de hedendaagse realisatie van het Rijk Gods door katholieke theologen ook wel geïnterpreteerd als de katholieke kerk zelf. Deze interpretatie is echter niet alom geaccepteerd. De komende Rijk Gods wordt volgens de katholieke traditie getypeerd door vrede, rechtvaardigheid en liefde.

In de evangeliën, en met name de drie zogenaamde synoptische evangeliën, speelt de verkondiging en manifestatie van het koninkrijk van God door Jezus Christus een belangrijke rol. Zo vertelt hij in Marcus 1:15 dat het koninkrijk van God ophanden is en dat het noodzakelijk is voor de mens om zich tot God te bekeren. Deze dubbele boodschap, het ophanden zijn van het Rijk Gods en de hieraan gekoppelde oproep tot bekering, wordt nog enkele malen herhaald, zoals in Lucas 10:11-16. Een derde element van de verkondiging van het Rijk Gods handelt over het tijdstip van haar komst. Jezus waarschuwt dat het koninkrijk onverwachts zal komen, als een dief in de nacht (zie bijvoorbeeld Lucas 12:35-40), en dat het dus verstandig is je liever vroeg dan laat te bekeren en waakzaam te zijn. Wat het koninkrijk precies inhoudt wordt door Jezus niet al te vastomlijnd verkondigd. Negatief geformuleerd spreekt hij wel over het Rijk Gods wanneer hij zegt dat Zijn koninkrijk ‘niet van deze wereld’ zal zijn (Johannes 18:36).

Kort samengevat kan gesteld worden dat het koninkrijk van God geen koninkrijk in de wereldse betekenis van het woord is. Het is geen aanduiding van de uitgestrektheid van een regio waarover een bepaalde monarch regeert. Het Rijk Gods moet niet topologisch opgevat worden; het verwijst eerder naar een toestand of situatie waarin de reddende aanwezigheid van God centraal staat. Het is een koninkrijk in de zin dat God werkelijk regeert, dat wil zeggen, dat zijn wil werkelijk gedaan wordt. Hieruit kan worden opgemaakt dat het tot de natuur van het Rijk Gods behoort dat er niet gezondigd zal worden, want dit zou immers een moedwillig ingaan tegen Gods wil inhouden. Tegelijkertijd impliceert het ook dat het Rijk Gods zich al gedeeltelijk manifesteert telkens wanneer de wil van God gedaan wordt. Het optreden van de Christus is hier het prototypische voorbeeld van.

Het Rijk Gods wordt over het algemeen niet tot de ‘laatste dingen’ of eschata gerekend, hoewel het duidelijk wel een eschatologisch karakter heeft. Het heeft het karakter van een belofte voor de toekomst die tegelijkertijd al gedeeltelijk uitkomt in het heden. Evenals de klassieke eschata (hemel & hel, vagevuur, dood en Laats Oordeel) is de voornaamste theologische deugd die met het Rijk Gods wordt geassocieerd de hoop. Evenals de eschata is het Rijk Gods nooit onderwerp geweest van theologische discussies of dogmata.

De relatie tussen de katholieke kerk en het Rijk Gods is gecompliceerd. Enerzijds zou je kunnen zeggen dat de kerk probeert de voortzetting te zijn van het reeds aangebroken koninkrijk van God dat begon met het optreden van Jezus Christus. Positief gezegd kan je ook stellen dat de kerk probeert teken van het koninkrijk te zijn in zoverre zij probeert om gelovigen te concentreren op het gemeenschappelijk doel van het volk Gods onderweg. De kerk verwijst dus naar het Rijk Gods. Tevens mag je stellen dat het Rijk Gods zich doorheen de geschiedenis ook verscheidene malen binnen de kerk gemanifesteerd heeft, bijvoorbeeld in het optreden van bepaalde heiligen. Van de andere kant is de kerk niet volledig congruent met het Rijk Gods in zoverre dat ook binnen de katholieke kerk niet altijd de wil van God gedaan wordt. Het ‘nog niet’ dat de eschata typeert komt ook in het optreden van de kerk soms op pijnlijke wijze aan het licht. Dit resoneert de aanduiding van de kerk als een ‘kerk van zondaars’. Het is dus belangrijk te realiseren dat hoewel het Rijk Gods zich soms binnen het kader van de katholieke kerk manifesteert, de kerk niet identiek met het Rijk God is, en ook geen aanspraak kan maken op een titel als ‘het koninkrijk van God op aarde’.




Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Henk Schoot.