Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Alexis Szejnoga
Dossiers » Schepping » introductie » Schepping

Schepping



Het begrip ‘schepping’ roept een aantal associaties op: ten eerste de hedendaags populaire of veelbesproken benadering van schepping zoals het zich verhoudt tot wetenschappelijke verklaringen voor het ontstaan van het universum, bijvoorbeeld de theorie van de oerknal. Het woord schepping wordt dan in verband gebracht met creationisten die het Bijbelse scheppingsverhaal voor letterlijk waar houden. Ook voorstanders van de zogenaamde Intelligent Design theorie mengen zich in dit debat. Een tweede benadering is meer literair en bekijkt het Bijbelse scheppingsverhaal tegen de achtergrond van een veelvoud aan scheppingsmythen die in de oudheid in Mesopotamië en omringende landen circuleerde. De nadruk komt hier eerder te liggen op gelijkenis en continuïteit dan op polemiek. Een derde benadering wil schepping niet zozeer als een kosmologisch beginpunt zien, maar eerder als uitdrukking van het menselijke heil. Deze tendens om de schepping niet apart, maar altijd als uitdrukking van geloofsinhoud te zien, is vooral in het Jodendom terug te vinden. Tenslotte kan schepping op een ontologische wijze benaderd worden. Een tweetal begrippen speelt hier een rol: creatio continua en creatio ex nihilo. Met het eerste begrip wordt aangeduid dat schepping geen eenmalig, maar een voortdurend proces van zijnsbewaring is. Creatio ex nihilo verwijst naar het unieke van schepping, namelijk de wijze waarop zijnden uit het niets tevoorschijn komen.

Schepping en wetenschap

ScheppingHet woord ‘schepping’ zal tegenwoordig bij de meeste mensen waarschijnlijk beelden oproepen van de discussie tussen creationisten enerzijds en natuurwetenschappers en wetenschapsfilosofen anderzijds. Aanhangers van het creationisme zijn van mening dat het scheppingsverhaal, zoals dit in het Bijbelboek Genesis staat opgetekend, een waarheidsgetrouwe weergave van het begin van het universum presenteert. Dit houdt in dat de wereld in zes dagen door God werd geschapen en dat dit niet veel langer dan zesduizend jaar geleden gebeurde (de leeftijd van de aarde is af te leiden uit de geslachtslijsten die veelvuldig in de Bijbel voorkomen). Een dergelijke letterlijke lezing van het Bijbelboek Genesis is kenmerkend voor fundamentalistische christelijke groeperingen, met name in de Verenigde Staten. Hierbij moet worden opgemerkt dat de meeste katholieken een dergelijke lezing van het scheppingsverhaal tegenwoordig afwijzen en dat zij wijzen op de mythologische aspecten van het scheppingsverhaal, of op de mogelijkheden die een allegorische lezing van het Bijbelboek Genesis te bieden heeft.

Lijnrecht hiertegenover staan natuurwetenschappers en wetenschapsfilosofen die een model hebben geconstrueerd waarmee zij aannemelijk proberen te maken dat het universum bijna veertien miljard jaar geleden ontstond na een oerexplosie op kosmische schaal, de zogenaamde ‘Big Bang’. Het ontstaan van sterrenstelsels, afzonderlijke planeten en hun satellieten is dan te verklaren door middel van toepassing van astronomische en natuurkundige principes. Dat de aarde een overvloed aan levende organismen kent kan in beginsel verklaard worden vanuit chemische en biologische processen. Het sleutelwoord voor het ontstaan van de diverse soorten flora en fauna is de inmiddels beladen term ‘evolutie’. De ‘Big Bang’ en evolutietheorie worden door sommige mensen op even fundamentele wijze verdedigd als de creationisten een schepping van de aarde in zes dagen verdedigen. Hierbij wordt uit het oog verloren dat het hier modellen betreft en geen bewezen natuurwetten. Vooral de Big Bang moet als theoretisch model verstaan worden; het is immers zo goed als onmogelijk om veertien miljard jaar in het verleden te kijken.

Het debat tussen creationisten en natuurwetenschappers is bij tijden zeer fel opgelaaid. Inzet van de discussie is met name welke versie van het ontstaan van het universum op scholen moet worden onderwezen. Er zijn uiteraard ook voorstanders van het naast elkaar onderwijzen van beide standpunten, waarbij kinderen wordt gewezen op het feit dat geen enkele theorie voor het ontstaan van het universum met 100% zekerheid kan worden aangenomen. Overigens is er nog een derde standpunt dat zich evenwel niet op veel steun kan verheugen, namelijk de Intelligent Design theorie. Hierbij wordt aangenomen dat het universum zich aan de hand van natuurkundige principes ontwikkelt, maar dat hier een Intelligente Schepper aan ten grondslag ligt. De aanhangers van de Intelligent Design theorie zien namelijk in het universum en de natuur op aarde een complexiteit en een schoonheid die volgens hen niet het gevolg kan zijn van de toevalligheid die het kenmerk van de evolutietheorie vormt. Tegelijkertijd willen zij niet zo ver gaan om het Bijbelboek Genesis letterlijk te lezen. Deze middenpositie kan op weinig sympathie rekenen van zowel creationisten als natuurwetenschappers.

Schepping als literair genre

Als literair genre kan het Bijbelboek Genesis zich verheugen op een keur aan soortgelijke verhalen. De oudste literatuur van Mesopotamie en Egypte kent tal van scheppingsmythen die uiterlijke overeenkomsten vertonen met het scheppingsverhaal dat uiteindelijk de kern van het christelijke denken over het begin van het universum zou vormen. Zo is een gemeenschappelijk element van een aantal Egyptische scheppingsmythen dat de wereld ontstaan is uit een levenloze oeroceaan van chaos, genaamd Nu. Een andere overeenkomst is de nadruk op de schepping van de zon, licht en donker, dag en nacht. De Sumerische scheppingsmythe, ook wel het Eridu Genesis verhaal genoemd, verhaalt expliciet over de schepping van de mens. Opvallend is hier dat de overeenkomst des te opmerkelijker wordt wanneer het verhaal vervolgt met een overstroming aangericht door de Goden als straf voor de mensen. Dit soort overeenkomsten maakt het aannemelijk dat dergelijke scheppingsmythen gemeenschappelijke elementen uit een orale traditie bevatten.

Schepping als geloofsinhoud

Een alternatieve manier om het scheppingsverhaal te benaderen is als uitdrukking van geloofsinhoud. Hiermee wordt bedoeld dat het Bijbelboek Genesis niet moet worden benaderd met de vraag ‘Hoe is de wereld feitelijk ontstaan?’, maar eerder met de vraag ‘Wat betekent het dat de er leven op aarde is en dat de mens bestaat?’ Het antwoord moet dan worden gezocht in het heil dat de mens van Godswege ontvangt. Het scheppingsverhaal in het boek Genesis wil dan uitdrukken dat er een moment van schenking in de schepping meespeelt. De schepping van het universum is het begin van de heilsgeschiedenis. In het verhaal van de schepping komt tot uitdrukking dat God op de mens betrokken is en dat Hij de mens heil schenkt. Deze benadering van het scheppingsverhaal staat centraal in het Jodendom waar de schepping nooit als zelfstandig issue wordt benaderd. De schepping wordt hier bezien vanuit het verbond tussen God en zijn volk. De schepping van de aarde wordt dan eerder een vooraanduiding van de goede relatie tussen God en mens.

Schepping en ontologie

Een vierde, en duidelijk metafysische benadering van de schepping, legt de nadruk op implicaties van het scheppingsverhaal voor de zijnsleer. Twee specifieke termen die hierbij vaak worden gebezigd zijn creatio continua en creatio ex nihilo. Met creatio continua wordt aangeduid dat de schepping niet als eenmalige en afgesloten gebeurtenis moet worden beschouwd, maar als een continu proces waarbij alle zijnden van moment tot moment afhankelijk zijn van God voor hun bestaan. Met andere woorden: alles wat op enig moment bestaat vertrouwt voor zijn bestaan op de wil van God. Als God de zijnden niet meer zou willen dan zouden zij ophouden te bestaan. Schepping is dus een voortdurend proces van zijnsbewaring; een zekering van het bestaan van de wereld in een voortdurend goddelijk wilsbesluit.

Met de term creatio ex nihilo wordt aangeduid dat schepping in de christelijke traditie over het algemeen wordt verstaan als schepping uit het niets. Dit in contrast met overleveringen waarin de schepping gezien wordt als het aanbrengen van orde in een oersituatie van chaos (hoewel er in het Bijbelboek Genesis ook wel sprake is van ‘een woestenij’), of wereldopvattingen zoals de antieke Griekse kosmologie, waarbij een soort eeuwigheid van het universum werd verondersteld. Voor ons lijkt creatio ex nihilo soms erg voor de hand te liggen, omdat wij scheppen impliciet al begrijpen als schepping uit het niets, omdat wij schepping uit iets eerder benoemen als ordening, scheiding, transformatie, samenvoeging of een dergelijke term. Bij scheppingsverhalen waarbij er geschapen wordt uit oermaterie of vanuit een oeroceaan vragen we ons haast automatisch af waar deze dan vandaan komen.




Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Harm Goris.