Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Jan Brouwers
Dossiers » Vergeving » introductie » Vergeving

Vergeving

Dossier naar aanleiding van het ‘Theologisch dispuut’ over ‘Schuld en vergeving’ dat LUCE organiseerde op 26 januari 2012. Dit dossier is gebaseerd op de bijdragen aan dit dispuut van dr. Mariéle Wulf en prof. dr. Theo de Wit. 
Lees in de sectie 'Meer informatie' een samenvatting van de teksten over vergeving uit het boek van Claudia Mariéle Wulf, Een antropologie van de christelijke ethiek. Beschuldigd – bevrijd – bemind. Inleiding in de moraaltheologie. Handboek moraaltheologie, deel 1, Almere: Parthenon, 2013.

Wat is vergeving? 

‘Vergeving’ is op het eerste gezicht een eenvoudig begrip. Iedereen heeft wel eens iemand iets vergeven. ‘Zand erover’, zeggen we dan. De kwestie waarover onenigheid bestond is uitgepraat en afgesloten. Ze komt niet meer aan de orde.

Maar bij vergeving gaat het niet over twee gelijke partijen. Er is enerzijds een schuldige en anderzijds een slachtoffer. Vergeving gaat uit van het slachtoffer.

Om iemand te kunnen vergeven, hoeft het slachtoffer niet te begrijpen waarom de schuldige iets verkeerds heeft gedaan. Het gezegde ‘alles begrijpen is alles vergeven’ gaat niet op. Wanneer de schuldige per ongeluk het slachtoffer heeft benadeeld, kan het slachtoffer begrip opbrengen voor de situatie: het was nooit de bedoeling van de schuldige om hem tot slachtoffer te maken. De schuldige kon er niets aan doen. Hij heeft daarom geen vergeving nodig.

Als het gaat om vergeving is er iets anders aan de hand: de schuldige heeft het slachtoffer bewust benadeeld en is zich vaak niet of niet volledig van zijn schuld bewust. Een voorbeeld hiervan is paus Johannes Paulus II die vergiffenis schonk aan de man die in 1981 een moordaanslag op hem pleegde. De reden voor die aanslag is nooit duidelijk geworden, maar dat verhinderde niet dat de paus de man in de gevangenis opzocht en hem vergaf.

Het kunnen vergeven

Voor iedereen is het moeilijk om een dergelijke daad te vergeven. Ook al omdat het slachtoffer zich volledig bewust moet zijn van wat de schuldige heeft aangericht. Bagatelliseren helpt niet. Daarmee ontkent het slachtoffer hoe diep hij gekwetst is en kan de schuldige niet zijn volledige schuld vergeven.

Berouw en verzoening

Een schuldige die zich realiseert wat hij heeft aangericht, heeft behoefte aan verzoening met het slachtoffer. Daarvoor is het nodig dat het slachtoffer hem vergeeft. Alleen dan kan hij zijn schuld achter zich laten. Die hunkering naar vergeving en verzoening noemen we ‘berouw’.

Pas wanneer het de schuldige zich volledig realiseert wat hij een ander heeft aangedaan, om vergeving vraagt en deze ontvangt, kan de vergeving worden gerealiseerd in de volgende en definitieve stap: de verzoening. Dan is de onderlinge relatie hersteld en kan de relatie met God worden hersteld.

Schuld houdt namelijk niet alleen in dat de relatie met een medemens is beschadigd, maar ook de relatie tot God. In het sacrament van verzoening (de biecht) vindt deze verzoening plaats.

Christendom en vergeving

Christenen zien vergeving als een werk van de H. Geest. God is steeds bereid om de mens zijn schuld te vergeven en dat schept de verplichting om steeds bereid te zijn om anderen hun schuld te vergeven. Dat geldt niet alleen voor individuen, maar ook voor groepen mensen, zoals politieke tegenstanders, volkeren en religies.

Paus Johannes Paulus II wees hierop in zijn boodschap ter gelegenheid van Wereldvredeszondag in 2002. In deze boodschap ging hij in op de gebeurtenissen van 11 september 2001. “Terroristen menen dat de waarheid waarin zij geloven of het lijden dat zij hebben ondergaan, zo absoluut is dat hun reactie daarop zelfs met de verwoesting van onschuldige levens gerechtvaardigd is. Terrorisme is vaak het resultaat van het fanatieke fundamentalisme dat voortvloeit uit de overtuiging dat de eigen waarheidsopvatting aan iedereen moet worden opgedrongen.” (alinea 6)

“Terroristisch geweld is in tegenspraak met het geloof in God, de Schepper van de mens, die zich om de mens bekommert en hem liefheeft. Het druist volkomen in tegen het geloof in Christus de Heer, die zijn leerlingen heeft leren bidden: ‘Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie schulden heeft bij ons’ (Mt. 6, 12).” (alinea 7)

De paus verwees hierbij naar eerdere uitspraken die hij hierover had gedaan in zijn boodschap voor Wereldvredesdag in 1997. Vergeving is een persoonlijk initiatief maar, zo voegde hij daaraan toe, “mensen zijn in essentie sociale wezens, die zich bewegen binnen een patroon van relaties waarin zij zich zowel op goede als op slechte wijze uiten. Ook een samenleving heeft daarom absoluut behoefte aan vergeving. Gezinnen, groeperingen, samenlevingen, landen en de internationale gemeenschap zelf hebben vergeving nodig om banden die verbroken zijn, te herstellen, onvruchtbare situaties van wederzijdse veroordeling te boven te komen en weerstand te bieden aan de verleiding om anderen te discrimineren die zich daartegen niet kunnen verweren. Het vermogen om te vergeven ligt aan de basis van de idee van een toekomstige samenleving die wordt gekenmerkt door gerechtigheid en solidariteit.” (alinea 9)

Omdat vergeving niet alleen individuen, maar ook groepen mensen raakt, is het ook een thema in de sociale leer van de Kerk. Het Compendium van deze sociale leer schrijft daarover: “De Kerk leert dat een echte vrede alleen mogelijk is door vergiffenis en verzoening”. En ook hier geldt dat het er niet om gaat om te vergeten wat er is gebeurd, maar om werkelijke vergeving en verzoening. “Dit is een lang en moeizaam proces, dat evenwel niet onmogelijk is” (alinea 517)

Ook de Kerk zelf moet daarom vergiffenis vragen om tot verzoening te komen. Paus Johannes Paulus II heeft dat verscheidene malen gedaan. Op 12 maart 2000, de dag van de vergeving, vroeg hij in het kader van het Heilig Jaar 2000 om vergeving voor de fouten “die in het ver of nabij verleden door de kinderen van de kerk zijn begaan, en een nederig smeken om van God vergiffenis te ontvangen.”



Bron: Tilburg School of Catholic Theology, met dank aan Jan Brouwers.