Lucepedia

Digitale theologische encyclopedie

Verantwoordelijke redacteur dossier: Max Lammertink
Dossiers » Verzameldossier » niet-wetenschappelijke artikelen » Leo Mock, ‘Naar de plaats komen die de Eeuwige verkozen heeft'

Leo Mock, ‘Naar de plaats komen die de Eeuwige verkozen heeft'

Leo Mock, ‘Naar de plaats komen die de Eeuwige verkozen heeft’: Pelgrimage in het Jodendom, in: Interpretatie 18,4 (2010), p. 4-6

Margetekst
De Tora schrijft drie pelgrimages naar Jeruzalem per jaar voor. De roerige geschiedenis van Jeruzalem heeft er echter voor gezorgd dat de stad lang niet altijd bereikbaar was. Leo Mock beschrijft de geschiedenis van de joodse pelgrimage van het jaar nul tot aan de profetieën over pelgrims in de eindtijd.
Volgens de Tora moeten alle mannen drie keer per jaar ‘naar de plaats komen die de Eeuwige verkozen heeft’ (Deut. 16:16). Een opdracht om op de drie ‘pelgrimsfeesten’, Pesach, Wekenfeest, en Loofhuttenfeest, naar het heiligdom te komen, dat eerst in Silo (1 Sam. 1) stond en later in Jeruzalem. Gedurende lange tijd is Jeruzalem een van de heilige plaatsen, naast Hebron, Samaria, Betel en Silo. In de loop van de 7e eeuw is Jeruzalem de belangrijkste cultusplek geworden, nadat het Tien Stammenrijk al eerder ten onder is gegaan. Van massale jaarlijkse pelgrimages naar Jeruzalem vinden we in de vroege periode weinig concrete bewijzen, hoewel het aannemelijk is dat dit al aan het eind van de Eerste Tempelperiode in praktijk gebracht werd. Het is vooral gedurende de Tweede Tempelperiode dat de massale pelgrimage naar Jeruzalem op de drie Bijbelse feesten een historisch feit is, ondersteund door de rabbijnse literatuur, Josephus, Philo, het Nieuwe Testament en de archeologie. Een bedevaart die niet alleen grote mensenmassa’s vanuit Israël op de been wist te brengen, maar soms ook duizenden uit de diaspora.

Na het grote drama van 70 was Jeruzalem grotendeels verwoest, de Tempel verbrand, en tienduizenden slachtoffers te betreuren. Uit sommige rabbijnse bronnen blijkt dat men nog doorging met het bezoeken rond de Bijbelse pelgrimsfeesten van Jeruzalem en de omgeving van de verwoeste Tempel in de eerste eeuwen na de jaartelling. Later verdwijnt dit gebruik; de Joodse aanwezigheid in Israël is dan al drastisch afgenomen en verschillende religieuze en geopolitieke factoren verhinderen de toegang tot Jeruzalem of de omgeving van de Tempel. Gedurende bijvoorbeeld de latere periode van de islamitische overheersing van Israël en vrijwel de gehele Ottomaanse periode is de toegang voor Joden tot de Tempelberg onmogelijk. Soms greep men de treurdag voor de verwoesting van de Tempel (Tisja Be’av) aan om een bezoek aan de Klaagmuur te brengen wanneer dat kon. Ook waren en door de eeuwen heen altijd individuen die vanuit het buitenland naar Israël gingen om de heilige plaatsen, waaronder Jeruzalem en de omgeving van de Tempel, te bezoeken.



Bron: Interpretatie, met dank aan Nico Riemersma.