Martin Heidegger, Zijn en Tijd, vertaald door Mark Wildschut, Nijmegen, 1998, 559 blz.
'Zijn en tijd' (1927) wordt algemeen beschouwd als het belangrijkste werk van de Duitse filosoof (1889-1976). Het heeft een stempel gedrukt op het intellectuele leven van deze eeuw. Ook in Nederland is het vanaf de jaren vijftig veelvuldig gelezen en becommentarieerd. Al is het waar dat wijsgerig geïnteresseerde Nederlanders veelal Duits lezen, de toeëigening van juist dit werk wordt bevorderd door de lezing in de eigen taal en de vergelijking van deze tekst met het origineel. Heidegger is immers zeer moeilijk toegankelijk. De hier geboden vertaling is geslaagd. Zij is betrouwbaar, zij zet 'het werk van het denken over in de geest van een andere taal en ondergaat daarbij een transformatie. Maar die transformatie kan vruchtbaar worden, want zij werpt een nieuw licht op de fundamentele positie van de vraag' (Heidegger bij de Franse vertaling van zijn 'Was ist Metaphysik?'). Ook voor de Duitser is de taal van dit boek voor een groot deel bevreemdend. Dit werk is een uiteenzetting over wat wij bedoelen met het woord 'zijn'. Heidegger vertrekt vanuit de vraag hoe wij toegang verkrijgen tot 'het zijn' en komt ten slotte tot een analyse van de mens voorzover die besef heeft van het zijn. Herdruk als paperback.
(Biblion recensie, Prof. Dr. F.J. Heggen.)